In het ondiepe water leren we de kinderen spelenderwijs wennen aan het water en aan de zwembewegingen.
 
Onze zwemmethode
Wij beginnen vanuit spel en werken toe naar het zelfstandig drijven op buik en rug. Daarna starten we met de zwemslagen op de rug. Zodra de kinderen deze slagen beheersen breiden we uit naar de zwemslagen op de buik. Hiervoor maken we gebruik van hulpmiddelen. Hierbij kun je denken aan buizen en zwemblokjes. Hebben ze de zwembeweging onder de knie dan worden de hulpmiddelen minder ingezet. 
 
In het 60 cm bad (ondiep water) leggen we de basis voor de drijfvaardigheid en de zwemslagen.
In het 1.10 cm bad zal verder gewerkt worden aan het verfijnen van de zwemslagen en het vergroten van het uithoudingsvermogen. Vanaf nu worden er ook uitstapjes gemaakt naar het diepe bad.
Wanneer het kind alle zwemslagen beheerst en twee banen achter elkaar kan zwemmen in het diepe bad, zal hij/ zij de volledige overstap maken naar de A-groep in het diepe bad.